Stickers

De ene sticker is de andere niet.

Een woordje uitleg....

STICKERS MOETEN PLAKKEN.

OF NET NIET ?


De ene lijmlaag is de andere niet.


Folies bestaan in tal van varianten (hierover later meer), maar ook met verschillende lijmlagen.


Meestal wordt gebruik gemaakt van drukgevoelige acrylaatlijmen, die pas écht beginnen te hechten onder invloed van druk (bijvoorbeeld door het aandrukken met een rakel).


Sommige lijmen zijn tijdelijk/verwijderbaar, terwijl andere een permanente hechting garanderen.



Sommige lijmlagen zijn transparant (wat logisch is bij transparante stickers op glas, bijvoorbeeld), andere dan weer net niét, om het dóórschijnen van de ondergrond tegen te gaan.


Maar er zijn ook situaties waarbij je wil dat de sticker blijft hangen, zonder echter aan de ondergrond te gaan plakken.


Zo bestaan er statisch hechtende "stickers", zonder lijmlaag, die je op gladde ondergronden zoals glas kunt aanbrengen. Of YupoTako©, die over microscopisch kleine zuignapjes beschikt en zich zo als het ware aan de ondergrond "vastzuigt". Of E-Dot, een sticker met minuscuul kleine lijmpuntjes (dots), die gemakkelijk te verwijderen en zelfs herbruikbaar is.


STICKERS MOETEN ERGENS OP PLAKKEN


De ene ondergrond is de andere niet.


We krijgen wel vaker de vraag : "Kun je hier stickers voor maken ? De ondergrond is gewoon kunststof."


Gewoon kunststof. Dat lijkt simpel. Maar dat is het helaas niet. De hechting van een sticker, tape of folie hangt immers sterk af van de oppervlakte-energie van het te bekleven materiaal.


Hoe hoger de oppervlakte-energie van een materiaal, hoe beter de tape of de kleefstof erop zal blijven plakken. Dat komt omdat hoge oppervlakte-energie ervoor zorgt dat de kleefstof snel een nieuw oppervlak kan vormen en breed over de ondergrond kan uitvloeien.

Oppervlakken met hoge energie zijn staal, aluminium, polyvinylchloride (PVC) en polycarbonaat (PC). Daar blijft kleefstof heel goed en betrouwbaar op plakken.


Oppervlakken met lage energie, zoals synthetische stoffen, vormen een speciale uitdaging. Als je een minder geschikte lijmlaag kiest, zal hij makkelijker loslaten. Moeilijke oppervlakken met slechte(re) hechteigenschappen zijn polyethyleen (PE), polystyreen (PS), polytetrafluorethyleen (PTFE), polypropyleen (PP), ABS, silicone en sommige poedercoatings.


Weet dus waar je op wil plakken !


Overigens doet grondig reinigen en ontvetten vaak al wonderen, omdat hierdoor de oppervlakte-energie ook verhoogd wordt.


STICKERS MOETEN BLIJVEN PLAKKEN


De ene folie is de andere niet.


Stickerfolies kun je, naar productieproces, ruwweg opdelen in twee soorten : gekalanderde (gewalste) folies en gegoten folies.


Gekalanderde folie kun je je voorstellen als een grote kunststof "worst", die wordt uitgewalst tot de gewenste dikte. Iedere folie wil uiteindelijk terug naar zijn oorspronkelijke vorm, in dit geval de "worst". Deze folie is daardoor enkel geschikt voor vlakke tot licht gebogen ondergronden, waarbij weinig tot geen spanningen optreden in het materiaal. Monomere folies worden voornamelijk voor tijdelijke acties gebruikt, polymere folies eerder voor langlopende toepassingen.

Bij ondergronden met grote niveauverschillen of sterke rondingen is een "cast vinyl" absoluut aangewezen. Deze gegoten folie wordt -zoals het woord al aangeeft- uitgegoten over de backing/drager. Een spanningsvrije laag, dat is zijn natuurlijke vorm. Bovendien hebben gegoten folies een "geheugen" : wanneer ze verwarmd worden, willen ze terug naar hun oorspronkelijke vorm. Maar boven een bepaalde temperatuur kun je deze folies extreem vervormen en hun geheugen als het ware "wissen", waardoor ze hun nieuwe vorm als hun oorspronkelijke vorm gaan beschouwen.


Daarom wordt bijvoorbeeld bij "car wrapping" altijd gegoten vinyl gebruikt, dat in de niveauverschillen wordt ingeföhnt. Een gekalanderde folie zou zich na verloop van tijd losmaken en gaan opspannen (krimpen). Cast vinyl behoudt de nieuwe vorm.


PRINTFOLIE

OF SNIJFOLIE ?


De ene kleur is de andere niet.


Printfolies zijn witte of transparante folies die in "full colour" digitaal bedrukt worden. Het grote voordeel is dat echt álle kleuren mogelijk zijn, net als kleurverlopen, transparanties, foto's, etc. Maar het blijft inkt-op-een-drager. En inkt is niet bestemd voor de  eeuwigheid (plaats maar eens een afdruk uit uw inktjetprinter achter het raam en kijk hoe snel het zonlicht het beeld doet vervagen).  Een transparant laminaat beschermt de print weliswaar tegen weersinvloeden en zonlicht, maar uiteindelijk zal de opdruk vaal worden. Gelukkig is de levensduur van printfolies en inkten de laatste jaren gevoelig verlengd, mede door de voortdurende evolutie in druktechnieken. Solventinkten, UV-print, latexdruk of LEP-technologie, laat dát maar aan ons over...

Snijfolies zijn dan weer "in de massa gekleurd". Dat betekent dat de kleurpigmenten tijdens het productieproces aan het materiaal worden toegevoegd, waardoor de hele folie uniform van kleur wordt. Zo zal de achterkant dezelfde kleur hebben als de voorzijde.

Voordeel : de kleuren gaan langer mee en zijn nauwelijks krasgevoelig. En de kleuren zijn altijd gagarandeerd identiek. Nadeel : de fabrikant kan onmogelijk álle kleuren aanbieden, waardoor het aanbod (relatief) beperkt is. Al is er nog steeds keuze in overvloed !


Snijfolies bestaan in matte en glanzende varianten, voor tijdelijke of permanente toepassingen, van gebruik op beurzen tot high-end carwrapping....

Meer info volgt ...

Vragen ? Contacteer ons !